De energieprijzen stijgen met 68,4 procent ten opzichte van een jaar eerder
In juli is de inflatie in Nederland uitgekomen op 11,6 procent. Dit is gebleken uit een eerste schatting van statistiekbureau CBS volgens de Europese rekenmethode (HICP). Dit betekent dat de inflatie onverwacht flink is toegenomen. In juni stegen de prijzen namelijk nog met 9,9 procent ten opzichte van vorig jaar.
Stijging
Door de stijging in juli komt er onverwacht een einde aan een reeks van vier maanden waarin de inflatie afnam vergeleken met de maand daarvoor. De grote hoofdoorzaak van de plotse stijging heeft te maken met de flinke stijging van de energieprijzen ten opzichte van juni. In juni waren de energieprijzen namelijk nog 59,7 procent hoger. De energieprijzen droegen met een stijging van 68,4 procent ten opzichte van een jaar eerder daarom sterk bij aan de inflatiestijging.
Eten, drank en tabak
Alle andere onderdelen die een invloed kunnen hebben op de inflatie zoals eten, drank en tabak, is ongeveer gelijk gebleven. Deze zijn in juli 10,1 procent duurder dan twaalf maanden geleden. In juni waren deze voedingsmiddelen nog 9,6 procent duurder. In de tweede helft van vorig jaar liep de inflatie al op als gevolg van de coronapandemie. Sinds de Russen Oekraïne zijn binnengevallen, blijven de prijzen alleen maar harder stijgen. Dit komt vooral door de eerdergenoemde torenhoge energieprijzen.
Afremmen
Centrale banken over de hele wereld verhogen de rente om ervoor te zorgen dat de prijsstijgingen wat afkoelen. De bedoeling hiervan is om lenen weer duurder, en sparen aantrekkelijker te maken, zodat de economie wat wordt afgeremd.
Het CBS publiceert naast de nationale inflatiecijfers, maandelijks een Europese prijsindex. Via deze index wordt de inflatie in de gehele Eurozone vergeleken met elkaar. Het belangrijkste verschil tussen de twee is dat in de Europese cijfers, de kosten van wonen niet zijn meegenomen.
Lees ook: Vertrouwen Nederlanders in economie bereikt opnieuw dieptepunt