Bij aankomst in het ziekenhuis haastten ze zich naar de eerste hulp, in de hoop op onmiddellijke hulp. Wat hen echter te wachten stond, was een chaotisch tafereel van een drukke menigte. De kamer was overvol met een diverse mix van mensen, van verschillende leeftijden en met allerlei verwondingen.
Ondanks Lily’s hevige pijn zaten ze vast in een spelletje wachten, wat Pradeeps frustratie alleen maar aanwakkerde. Zijn ongeduld groeide met de minuut. “Hoe konden ze zijn vrouw laten lijden zonder onmiddellijke hulp?!”. Terwijl hij de overvolle kamer overzag, realiseerde hij zich dat hun wachttijd voor hulp verre van kort zou zijn.
Lily zocht voorzichtig haar toevlucht in de enige onbezette stoel, haar lichaam trilde bij elke pijnlijke schok. Ondertussen nam Pradeep de leiding over het inchecken, zijn hoofd vertroebeld door zorgen en hulpeloosheid. De receptioniste probeerde hem enigszins gerust te stellen en gaf een voorlopig tijdschema, variërend van slechts een half uur tot het ontmoedigende vooruitzicht van drie of zelfs vier uur.
Het gewicht van Lily’s angst bleek te zwaar om te dragen. “Doe alsjeblieft iets Pradeep”, schreeuwde ze uit. Pradeep verlangde ernaar de macht te hebben om haar lijden te verlichten, maar de realiteit was wreed en onverzettelijk. Hij kon alleen haar hand stevig vasthouden en zijn stille aanwezigheid aanbieden als teken van steun, maar dat zou haar niet uit haar lijden verlossen…
.