De confrontatie met de politie leek hem niet veel zorgen te baren, zeker gezien wat hij op zee hoopte te ontdekken. Peter navigeerde door de steegjes van de stad, waarbij hij het netwerk van over het hoofd geziene paden en sluiproutes in zijn voordeel gebruikte. Hij verschanste zich achter vuilnisbakken toen er een politiewagen voorbij reed, die hem herinnerde aan de urgentie van zijn missie.
De gebruikelijke geluiden van de stad aan zee kregen een nieuwe betekenis terwijl hij zich rustig voortbewoog, elk onverwacht geluid scherpte zijn alertheid aan. Uiteindelijk kwam Peter uit de steegjes en zag de haven, ongewoon stil in het vroege ochtendlicht. Hij kroop dichterbij en bleef op de donkere plekken, zijn ogen strak gericht op de boot van zijn zwager.