Jarenlang had Evelyn geleefd met een mysterieuze, scherpe pijn in haar heup. Het was geen gewone pijn die kwam en ging; elke stap was een strijd, een constante herinnering dat er iets niet helemaal goed was. Ondanks de vele doktoren die het vaak als een klein probleem afdeed, had Evelyn het gevoel dat het iets veel ernstigers was.
Na een reeks teleurstellingen had Evelyn de hoop bijna opgegeven. Tot ze Dr. Edwards ontmoette. Nu stond ze in zijn kantoor en keek naar hem met een mengeling van nieuwsgierigheid en bezorgdheid. “Wat is er mis?”, vroeg ze, haar stem getint door bezorgdheid. De dokter, meestal zo zelfverzekerd en geruststellend, zag er nu ongemakkelijk uit. Zijn handen trilden lichtjes terwijl hij haar medisch dossier vasthield, een schril contrast met zijn gebruikelijke houding.
Toen hij de resultaten bekeek, veranderde zijn geconcentreerde uitdrukking in een van complete shock. Een blik van ongeloof trok over zijn gezicht. “Dit… dit is onmogelijk”, fluisterde hij, zijn stem trilde lichtjes. Evelyn ging rechtop zitten, haar polsslag versnelde met de seconde. Dr. Edwards, die tegenover haar zat, stak zijn hand uit en hield voorzichtig haar handen vast. Zijn ogen, ernstig maar vol nieuwsgierigheid, richtten zich op de hare. “Ben je hier klaar voor?” vroeg hij.
“Wat? Wat is er?” vroeg ze, gealarmeerd door de geschokte blik op zijn gezicht. De dokter opende zijn mond om iets te zeggen, maar aarzelde toen. Kom op, vertel het me gewoon, dacht Evelyn ongeduldig. Waarom stelde hij het uit? Waarom was hij zo bezorgd?
Ze wilde het liever nu weten, ook al was het slecht nieuws. Alles was beter dan de onzekerheid waarmee ze haar hele leven had geleefd. Terugkijkend herinnerde Evelyn zich hoe de pijn nu bijna haar hele leven had geduurd. Ze kon dit niet langer verdragen. Ze moest het weten!
Elke ochtend was een uitdaging voor Evelyn. Ze werd wakker met intense pijn in haar heup, zo hevig dat ze een tijdje moest zitten voordat ze kon opstaan en langzaam haar weg naar beneden kon vinden. De pijn varieerde dagelijks, waardoor ze onzeker was over de mate van ongemak waarmee ze elke ochtend geconfronteerd zou worden.
Evelyn leefde al zolang ze zich kon herinneren met heuppijn. Als jong kind was het extra moeilijk. Ze had moeite om de pijn uit te leggen aan haar moeder en de dokters. Ze probeerden veel verschillende onderzoeken om erachter te komen wat er mis was, maar ze vonden nooit iets ongewoons. Het was ongelooflijk frustrerend, niet alleen voor Evelyn, maar ook voor haar familie en vrienden.