Een beest
De houthakkers waren enorm geschrokken van wat ze in de boomstam hadden aangetroffen. Op het eerste gezicht leek wat in de boom vastzat op een monster dat recht op je afsprong. Ook had het wel iets van een wilde hond, die zijn tanden liet zien en naar je gromde. Iedereen leek een ander soort schepsel gezien te hebben, maar over één ding waren ze het eens: het was een levend wezen.
Of nou ja, het wezen had ooit geleefd. Het zat al een tijdje in de stam en was al geruime tijd dood. De houthakkers werden steeds nieuwsgieriger naar wat het precies was. Ze konden niet wachten om meer te weten te komen over dit monster of beest. En natuurlijk waren ze ook erg benieuwd naar hoe het in de holle boom terecht was gekomen.