Op het bureau
De dienstdoende agent luisterde aandachtig naar het jongetje. Margaret vulde zijn verhaal hier er daar aan. De agent vroeg of het jongetje een koekje wilde. Dit wilde hij wel. De agent stond op en gebaarde Margaret om mee te lopen. Onderweg naar de kantine bedankte hij de barmhartige samaritaan.
De agent verzekerde Margaret dat ze gerust weer aan het werk kon gaan en de jongen aan de politie kon overlaten. Maar eerst moest haar verklaring afgenomen worden.