Het jongetje
Ze stopte bij de bushalte. Toen de deuren eenmaal open waren, zag ze een klein jongetje op de stoep staan. Het jochie stond te trillen op zijn benen en het was duidelijk te zien dat hij gehuild had. Vol angst keek het jongetje naar Margaret, die hem gebaarde in te stappen. Toen het jongetje eenmaal in de warme bus stond, stelde Margaret hem een vraag.
“Waar moet je naartoe?”, vroeg ze aan de kleine jongen.