Hun stemmen kwamen boven het gedreun van de motoren uit, de ene uitspraak nog scherper dan de andere. De jongen, die de spanning voelde, was gestopt met schoppen en keek nu met grote ogen toe hoe de volwassenen ruzie maakten over zijn gedrag.
De stewardessen, nu in hun rij, probeerden de situatie te sussen. “Laten we alsjeblieft zachter praten,” zei een stewardess sussend. “We storen de andere passagiers.” Maar Carl trok zich niets meer aan van de overlast. “Dit gaat niet alleen over lawaai. Het gaat om het bijbrengen van respect, iets wat hier duidelijk ontbreekt!” schreeuwde hij, zijn stem galmde door de cabine.