Van geloften naar geheimen: De ontrafeling van een eens perfecte unie
In het kleine stadje Maplewood stond het rustige leven van de familie Jamesson op het punt te worden opgeschud. Mary, een geliefde vrouw en hoeksteen van de lokale gemeenschap, werd ziek. En zoals al snel bleek, vocht ze niet alleen tegen haar ziekte; ze zou ook een web van leugens en verborgen bedoelingen in haar familie onthullen.
Op een dag, toen ze in de plaatselijke bakkerij aan het werk was, gebeurde er iets onverwachts: ze zakte in elkaar en viel op de grond, compleet uit het niets. Haar collega’s probeerden haar man William te bereiken, maar kregen hem niet te pakken. Zodra hij hun voicemails hoorde, haastte hij zich naar het ziekenhuis om zijn vrouw te zoeken. Maar waarom nam hij de eerste oproep niet op?
Die dag had William beloofd haar door dik en dun bij te staan. En aan de buitenkant leek William een toegewijde verzorger. Mary maakte zich echter al snel zorgen dat de dingen niet waren zoals ze leken en dat beloftes geen stand hielden; met de achteruitgang van Mary’s gezondheid, namen ook de bezoekjes van William af. Het bleek het begin van een relatie tussen William en Mary. Het bleek het begin te zijn van een geheim dat hun leven voor altijd zou veranderen en hun begrip van liefde, toewijding en de ware betekenis van ’tot de dood ons scheidt’ op de proef zou stellen.
Mary’s ziekte was totaal onaangekondigd gekomen, een mysterieuze kwaal die artsen zich afvroegen, maar geen van hen in het plaatselijke ziekenhuis kon achterhalen wat er aan de hand was. Het enige wat ze wisten was dat Mary met de dag zwakker werd.
Mary probeerde positief te blijven en zei vaak dingen als: “Dit is gewoon nog een hindernis; we komen er samen wel doorheen, William.” En in het begin, in die eerste paar dagen, was William de belichaming van een zorgzame echtgenoot. Hij zat uren aan haar bed, las haar favoriete romans voor of bracht haar bloemen. Zijn houding zou echter al snel in negatieve zin veranderen.
Hoewel hij er de eerste twee dagen voor haar was, veranderde dat snel op dag drie, toen William er alleen was voor een snelle drive-by, en de dagen daarna werd zijn aanwezigheid nog minder frequent. Mary merkte de verandering op en schreef het in eerste instantie toe aan werkstress. “Hij doet zijn best,” stelde ze haar bezorgde zus gerust. “Hij is gewoon moe, dat is alles.” Maar diep van binnen was ze zelf ook behoorlijk bezorgd.
Mary kon, ondanks haar ziekte, het sluipende gevoel van eenzaamheid dat zich van haar meester begon te maken niet negeren. Ze had haar man nodig om haar hier doorheen te helpen; ze kon het niet alleen aan. Maar de twijfels begonnen sterker te worden; de tekenen waren er – bijna al haar telefoontjes werden niet beantwoord en Williams ogen, die de eerste dag vol bezorgdheid waren, leken nu afstandelijk. Wat was er echt aan de hand?