Aangezien hij tot de volgende ochtend moest wachten om zijn volgende lading op te halen, had David de hele avond om zijn wraakplan uit te voeren. Hij haastte zich naar zijn hotelkamer en ging, ondanks dat hij zich moe voelde, meteen aan de slag. David had het geluk een vriend bij de politie te hebben die toegang had tot verschillende databanken. Met de hulp van deze connectie kon hij het huis lokaliseren waar de auto geregistreerd stond.
Zijn vriend liet hem beloven niets stoms te doen met deze informatie, want het was zijn baan die op het spel stond. Hoewel David hem verzekerde dat hij dat nooit zou doen, wist hij diep van binnen dat hij tegen zichzelf loog en dat hij het vertrouwen van zijn vriend zou beschadigen. Bij de gedachte dat hij toegang had tot haar adres, voelde hij zich plotseling machtig. Het deed hem denken aan hoe ze hem liet voelen toen ze hem duidelijk maakte dat hij maar een simpele vrachtwagenchauffeur was. Hij kon haar gemene stemmetje nog horen zeggen: “Je moet je plaats kennen en niet boven je stand durven uitkomen.” Davids hart bonsde weer van frustratie en hij wist dat hij zich niet kon houden aan de belofte die hij aan zijn vriend had gedaan. Als hij de energie had, was hij van plan later die avond langs het huis te rijden.