We vertellen je ook wat wél het beste moment is
Wanneer je aan het afvallen bent is het heel verleidelijk om iedere dag, of misschien zelfs meerdere keren per dag, op de weegschaal te gaan staan. We geven je dan ook meteen de eerste tip: doe dit niet. Het is veel beter om één vast moment in de week te hebben waarop je jezelf weegt. Welk moment je kiest is helemaal aan jou, maar we raden je af om het op de volgende vijf momenten te doen.
1. Nadat je hebt gedronken
Het zal geen verrassing zijn als we zeggen dat water drinken goed voor je is. Het is belangrijk om gehydrateerd te blijven en kan je helpen om af te vallen. Toch is het verstandig om niet op de weegschaal te gaan staan nadat je een glas water hebt gedronken. Een klein glas water voegt al snel 0,2 kilogram toe aan je gewicht. Het is natuurlijk niet zo dat je dit ook daadwerkelijk bent aangekomen, maar kan wel zorgen voor een vertekend beeld op jouw weegmoment.
2. Na het eten
Ook net nadat je hebt gegeten kun je de weegschaal het beste even vermijden. Als gevolg van je maaltijd(en) neemt je bloedvolume namelijk toe. Daarnaast is je gewicht logischerwijs hoger door het gewicht van het voedsel dat je net hebt gegeten. Ook goed om te weten: één keer te veel eten betekent niet dat je meteen aankomt. Je moet maar liefst 3600 kcal extra eten om een pond lichaamsvet aan te komen. Dit gebeurt sneller wanneer je structureel te veel eet, dan wanneer die eenmalig is. Je kunt je overigens ook beter niet in de avond wegen. Je hebt dan de hele dag al gegeten en gedronken, wat een vertekend beeld van je gewicht kan geven.
Ga naar de volgende pagina om te lezen wanneer je juist wel op de weegschaal moet gaan staan.