1-0 Voor Hugo!
Ook Hugo Borst heeft een moeder in een slecht presterende zorg instelling. Vandaag heeft hij in het AD een open brief geschreven.
Verwarde ouderen die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen aandachtig en liefdevol verplegen en hun veiligheid garanderen. Ik weet hoe dat veel beter kan.
Ik ben die voetbaljournalist. Tegen wil en dank ben ik een kenner van verpleegzorg geworden. Het is mijn plicht het woord tot u te richten, mijn demente moeder die in een verpleeghuis van Laurens zorginstelling zit kan het niet meer. Omdat haar zussen daar vijf jaar geleden uitstekend werden verzorgd (topklassering in magazine Elsevier) zei mijn moeder met een zucht: ‘Als ik ook alzheimer krijg dan wil ik in hetzelfde verpleeghuis als Jos en Leny worden opgenomen.’ De ironie van het lot: nu blijken volgens de Inspectie voor de Gezondheid (IGZ) diverse huizen van Laurens niet aan allerlei normen te voldoen. Daar is de voorzitter van de Raad van Bestuur van Laurens dan weer boos over.
Deze open brief – noem het een pamfletje – is niet alleen aan u gericht, geachte staatssecretaris, maar aan iedereen die al jaren het vermaledijde systeem dat verpleegzorg heet in stand houdt. Dankzij de inzet van geweldige verzorgers hebben de bewoners van de woongroep waar mijn moeder zit het redelijk goed. Maar het zou beter kunnen. Er zit overdag en ’s avonds meestal maar een verzorger op negen bewoners. Op een rustige dag is dat al amper te doen, bij calamiteiten is de veiligheid in het geding. Het ergst is dat die ene verzorger veel achter de computer zit. Dat moet. Want het systeem schrijft voor dat veel (overbodigs) moet worden geregistreerd. Als dat niet gebeurt, wordt er een manager boos. Hoeveel verzorgers mij de afgelopen maanden niet hebben verteld dat ze tijdens het administreren in gewetensnood komen omdat bewoners aandacht en zorg nodig hebben en ze die niet kunnen geven.
Geachte staatsecretaris, verzorgers hebben één talent: ze kunnen magistraal zorgen. Laat ze dat dan doen. Laten we afspreken dat ze voortaan alleen het hoognodige opschrijven. Ik heb het over maximaal 10 procent van wat ze nu doen. Wij mantelzorgers willen dat onze vader of moeder op tijd wordt verschoond en geknuffeld. Dit is geen wens, dit is een eis. Kappen met die DDR-achtige bureaucratie. Er komt een moment dat ik die computer het raam uit gooi. Echt.
Vergeef me mijn frustratie, meneer Van Rijn. Een directeur van een ander verpleeghuis liet laatst zien hoe het wel kan. Ik telde daar vier verzorgers op zestien mensen. Financieel was dat geen probleem. De overhead bleek ruim 10 procent minder dan bij Laurens. Het rook in het knusse verpleeghuisje niet naar urine, er werd aan tafel een balspel gedaan, er liepen huisdieren rond, de bewoners hadden gezellige, ruime kamers, ik zag blije gezichten.
Met gelijkgestemden verricht ik veldwerk, spreek mensen uit de verpleegzorg van alle niveaus. Een vertwijfelde manager zei dat ze zo moe was: ’25 kantjes vocht- en voedingbeleid. 36 pagina’s hygiène en infectieziekten. Bij het medicijnen geven moet een geel hesje worden aangetrokken met daarop: niet storen. Eerlijk gezegd weet ik niet meer wat we zelf allemaal hebben bedacht. Wat overbodig is. Maar het risico dat de inspectie komt, is zo groot dat we alles maar vastleggen’. Angst regeert. Verzorgers zijn bang voor managers, managers bang voor directeuren en directeuren bang voor bestuurders. In die cultuur gaat geld en tijd verloren. Die eerlijke, vertwijfelde manager zei: ,,We worden niet beter van protocollen, regels en procedures. Het begint ermee dat we niet meer vertrouwen op kennis en kunde van de professionele verzorgende/verpleegkundige.”
De macht aan de werkvloer waar de meiden van de zorg excelleren. De managers? Daarvan kan driekwart weg. Niks te kort door de bocht. Ik heb mijn veldwerk verricht. Ik wel, staatssecretaris. Ik kom u met een paar deskundigen graag toelichten hoe het beter kan, maar voor de goede orde: ik ben niet politiek correct. Het systeem is moreel failliet. De zorginstellingen gaan niet over zorg maar over het in stand houden van de organisatie zelf. Topbestuurders (die van Laurens verdient 211.274 euro, bijna 42 mille meer dan een minister verdient) weten niet en/of voelen niet wat zich op de afdelingen afspeelt. Het wachten is op een knal. Boze mantelzorgers, gefrustreerde verzorgers en managers met een geweten zullen de pleegzorg in deze mensonterende vorm laten ploffen.
Gegroet,
Hugo Borst.