Het antwoord zal je verrassen
Er is vast wel eens tegen je gezegd dat je beter kunt wachten met het aan doen van je jas tot het laatste moment. Als je je jas binnen al aantrekt, zou je het namelijk buiten kouder hebben. Ook zou het beter zijn om je jas meteen uit te trekken zodra je binnenkomt zodat je er meer warmte van hebt als je weer naar buiten gaat. Maar klopt dit eigenlijk wel?
Buffer
De website Quest zocht het uit en wat blijkt? Het tegenovergestelde is waar. Hoogleraar thermofysiologie Wouter van Marken Lichtenbelt van Maastricht University legt het uit: “Als je langer naar buiten wilt, kun je maar beter je jas zo vroeg mogelijk aandoen. Dan bouw je wat extra buffer op tegen de kou” vertelt hij aan Quest. “Het is daarom onverstandig om als je lang naar buiten gaat, je jas pas aan te doen op het moment dat je het koud krijgt.”
Innerlijke thermostaat
Zodra je binnen al je jas aantrekt, gaat namelijk innerlijke thermostaat op volle kracht aan. Dit zorgt ervoor dat je beter bestand bent tegen de koude temperaturen. Als je pas je jas aantrekt vlak voordat je naar buiten gaat, heeft je lichaam niet de tijd gekregen om de buffer op te bouwen.
Lichaam trainen
In sommige gevallen heeft het wel zin om juist geen jas aan te trekken. Bijvoorbeeld als je maar kort even naar buiten gaat om bijvoorbeeld het vuilnis buiten te zetten of iets uit de auto te pakken. “Als je alleen maar even snel naar buiten gaat, is er geen enkele noodzaak om je dik in te pakken. Juist blootstelling aan kou traint het lichaam daar ook een beetje op”, aldus Marken. Door korte stukjes naar buiten te gaan zonder jas, train je je lichaam om beter bestand te zijn tegen de kou. Bij ziekte of ouderdom is dit echter niet slim.
Lees ook: Probeer je af te vallen? Dit is waarom de laatste kilo’s het moeilijkst zijn
Bron: MaxVandaag, Quest | Beeld: Unsplash, Al Elmes