Welk deel van jouw lichaam komt het snelste aan?

We hebben allemaal wel een lichaamsdeel waar we wat onzekerder over zijn en waar we om de een of andere manier altijd sneller aankomen dan de rest van ons lichaam.

Bij de één is het de buik, bij de ander de heupen of dijen. Aankomen lijkt een vrij simpel proces: je krijgt meer energie binnen dan dat je verbrandt. Minder eten dus  en meer sporten! Maar helaas komt er vaak wel wat meer bij kijken dan dat en dat is terug te zien in jouw ‘probleemzone’. Want de plek waar jij het snelste aankomt en het moeilijkst afvalt heeft vaak een specifieke oorzaak. En als je de oorzaak weet, zou je  wellicht ook wat een wat specifiekere aanpak kunnen hanteren! Dus, wat is jouw probleemzone?

Het bovenlichaam: Dit is de meest voorkomende vorm van overgewicht. Het is meestal een gevolg van een te hoge voedselinname en dan vooral suiker en van te weinig beweging. Dus, snoeppot op slot en elke dag minimaal 30 minuten bewegen. Discipline is hierbij vaak de sleutel.

Zwembandje: Dat hardnekkige laagje vet wat altijd maar over je broekrand heenpiept, het kan een mens tot wanhoop drijven. Vaak heeft een zwembandje te maken met stress, angst of depressie. Hierbij is het belangrijk om de oorzaak van de stress of depressiviteit te ontdekken en op te lossen. Ook een yoga-les (inclusief meditatie) kan de stress verlichten en is ook nog eens goed voor het lichaam.

Billen en bovenbenen: Deze vorm is vooral aanwezig bij meisjes in de puberteit en vrouwen in de overgang: wanneer de hormonen uit balans zijn. Het is belangrijk om lang zitten, roken en alcohol te vermijden en te trainen met gewichten.

De buik: Regelmatig last van een opgeblazen buik en heb jij het gevoel dat al het vet in je buik opgeslagen wordt? De meest voorkomende oorzaak van dit type ‘overgewicht’ is het overmatig consumeren van alcohol. Vaak gaat dit gepaard met een moeizame ademhaling.

Het onderlichaam: Deze vorm van overgewicht is vooral erfelijk. Het komt vaak opzetten tijdens de zwangerschap of bij mensen met gezwollen benen. Hardlopen en traplopen zijn ideaal en kunnen dit het beste aanpakken.