Er is een logische verklaring voor
Waar de één rustig kan gaan slapen als diens huis een zwijnenstal is, ruimt de ander alles het liefst meteen op. Hoe kan het dat sommige mensen niet tegen rommel kunnen en het anderen niet uitmaakt? Wij vertellen je er meer over.
Persoonlijkheden
Sommige mensen worden onrustig zodat het ergens rommelig is. Anderen kunnen er prima tegen en zijn totaal niet geneigd om ook maar iets op te ruimen. Dat verschil wordt veroorzaakt door een simpel effect: het verschil in persoonlijkheden. Psychologen maken vaak onderscheid tussen ‘the big five‘, vijf gestandaardiseerde persoonlijkheidskenmerken. Houd je van ordelijkheid, ben je doorgaans creatief en heb je veel zelfcontrole en verantwoordelijkheidsgevoel, dan val je volgens die methode onder de noemer ‘consciëntieus/gewetensvol’.
Veel factoren
Mensen die hun huis netjes en schoonhouden, zijn dus consciëntieuze types. Scoor je daarentegen laag op ordelijkheid, dan heeft een opgeruimd huis een stuk minder prioriteit bij jou. Zo’n verschil in persoonlijkheid hangt niet alleen samen met genetische aanleg, maar ook met je opvoeding (de normen en waarden die je meekrijgt) en de vrienden die je hebt. Daarnaast hebben diverse andere ontwikkelingen waar je tijdens je leven aan wordt blootgesteld invloed.
Wisselwerking
Er is overigens sprake van een wisselwerking: jij hebt niet alleen invloed op de rommel om je heen, die rommel heeft ook invloed op jou. Psychologen van de University of Minnesota lieten dat zien in een onderzoek. Zij lieten proefpersonen opdrachten uitvoeren in een rommelige en een nette omgeving. De rommelige omgeving bleek mensen creatiever te maken, terwijl de nette omgeving ervoor zorgde dat ze zich aan regels hielden. Elk van beide situaties heeft dus zo zijn eigen voordelen.
Lees ook: Durf te vragen: helpt groene thee met gewichtsverlies?
Bron: Quest | Beeld: Unsplash, Samet Kurtkus