Wat is beter: zelf je auto wassen of naar de wasstraat gaan?

Welk van de twee opties zorgt voor het laagste waterverbruik?

Een vieze auto is nooit een prettig gezicht. Bovendien kan het vuil op een auto behoorlijk aankoeken als je het te lang laat zitten. Het is dan ook verstandig om je auto regelmatig te (laten) wassen. We horen de laatste tijd echter steeds vaker berichten over een watertekort. Wat is de verstandigste optie als je zo zuinig mogelijk je auto wilt wassen: zelf aan de slag gaan of de auto naar de wasstraat brengen?

De wasstraat

Bij een wasstraat wordt er vaak veel water gebruikt: volgens de ANWB zo’n 600 tot 800 liter per wasbeurt. Hoewel dat klinkt alsof er veel verspilling plaatsvindt, valt dat in de praktijk mee. Tot 90 procent van dat water wordt met een moderne installatie namelijk hergebruikt. Vet, vuil en olie worden uit het gebruikte water gefilterd en opgevangen. Vervolgens wordt dat door professionele bedrijven verwerkt en gaat het opgeschoonde water weer over andere auto’s heen. Ook bij wasboxen, waar je zelf je auto schoon moet maken, werken ze tegenwoordig met zo’n systeem. Volgens TopGear wordt er uiteindelijk tussen de 50 en 150 liter ‘nieuw’ water per wasbeurt gebruikt in wasstraten.

Zelf aan de slag

Als je zelf je auto gaat wassen, verbruik je volgens EenVandaag tussen de 65 en 80 liter water. Dat getal wordt bepaald door de mate waarin je je auto schoonmaakt. Zelf je auto wassen kan dus voor minder waterverspilling zorgen dan een rondje bij de wasstraat, maar dat is alleen zo als je je auto niet grondig gaat poetsen. Al met al zijn de verschillen dus niet zo groot als je zou denken.

Het is echter wel belangrijk om de regels in je gemeente te raadplegen, want in veel gemeenten mag je geen auto’s meer wassen op straat. Er zijn in sommige woonwijken zelfs gescheiden rioolsystemen aangelegd. Het water dat wordt gebruikt voor het wassen van auto’s, wordt vanwege het sop gezien als afvalwater. Dat mag niet bij het oppervlaktewater in de buurt komen.