Vreemde kamer
Plotseling werd ze wakker in een vreemde kamer met een pijnlijk bonkend gevoel in haar hoofd. Ze probeerde te bewegen, maar haar hele lichaam deed pijn. Ruth keek rond, maar ze herkende niets. Ze was niet meer in de winkel maar ook niet meer in haar eigen huis. En het ergste was dat ze Happy nergens in de buurt zag.
“Waar ben ik?”, dacht Ruth terwijl ze naar de grote grijze ruimte om haar heen keek. Ze zag grote grijze muren en grote kasten met stapels. Het felle licht deed pijn aan haar ogen, waardoor ze het niet goed kon zien. Toen kwam er van achter uit de ruimte een persoon op haar af.