Toen ze de achtertuin naderden, viel Vanessa’s oog op het silhouet van een schuurtje. Het gebouwtje stond geïsoleerd, gehuld in duisternis, en een onverklaarbaar onbehagen maakte zich van haar meester. “Ik ga het schuurtje controleren,” fluisterde Vanessa, terwijl haar stem trilde ondanks haar vastberadenheid.
Samantha bleef in de buurt toen ze de schuur naderden. Vanessa aarzelde even met haar hand boven de klink, voordat ze uiteindelijk de deur opendeed. De muffe geur drong het eerste tot haar door en ze kneep haar ogen dicht in het schemerige licht, in de hoop binnen iets bruikbaars te vinden.