Ze werd snel op een brancard gelegd en naar een beschikbare kamer gereden voor verder onderzoek. Gedreven door angst en bezorgdheid haastte Pradeep zich achter het team van artsen aan, bang dat ze zijn vrouw mee zouden nemen naar een afgesloten ruimte. Maar een verpleegster zag de paniek op zijn gezicht: “We nemen uw vrouw nergens mee naartoe zonder u eerst te informeren meneer, maak u geen zorgen we zullen alles doen wat we kunnen”. Hoewel hij gedeeltelijk gerustgesteld was, was Pradeep nog steeds ongerust en werden zijn gedachten in beslag genomen door bezorgdheid over de gezondheid van zijn vrouw.
Toen Lily weer bij bewustzijn kwam, was ze gedesoriënteerd en had ze moeite om haar omgeving te begrijpen. Ondanks Pradeeps geruststellende aanwezigheid vroeg ze herhaaldelijk naar hem, een bewijs van haar versufte toestand. “Waar is mijn man? Waar is Pradeep?”, riep ze nerveus. Pradeep probeerde haar gerust te stellen dat hij naast haar stond, maar het drong niet door.