Alles verliep met een verrassend gemak. De gladheid was verontrustend, zelfs verdacht. Er werden geen vragen gesteld over zijn aanwezigheid, geen vragende blikken zijn kant op geworpen. Hoewel hij nog geen bewaker was tegengekomen, bleef hij constant waakzaam.
Hij stond op het punt Lily’s kamer te bereiken en een golf van opluchting overviel hem, wetende dat het einde van zijn clandestiene reis nabij was. Maar toen hij de kamer bereikte waar hij Lily voor het laatst had gezien, kwam hij voor een ijzingwekkende verrassing te staan. De kamer was leeg; ze was weg. Een inwendige vloek galmde door Pradeeps hoofd, gevolgd door een verwoede vraag: Wat nu? Toch bleef hij onverstoorbaar, vastbesloten om zijn missie niet op te geven.