Toen ze bij het strand aankwamen, waren ze blij dat ze de hele plek voor zichzelf hadden. Het weer was koel maar aangenaam en het geluid van de golven die tegen de kust sloegen was rustgevend. Maria was dolblij dat ze er was en ze glimlachte terwijl ze de frisse zeelucht inademde.
James stapte het strand op en voelde een golf van aarzeling over zich heen komen. Terwijl hij Maria’s gezicht zag oplichten van opwinding, was zijn eigen hart zwaar van een stille angst. Het was niet dat hij er niet bij wilde zijn; het strand was prachtig en hij vond het heerlijk om haar zo gelukkig te zien. Maar met Maria’s uitgerekende datum om de hoek, kon hij een knagend gevoel van zorg niet van zich afschudden.