Dag na dag keerden ze terug, hun zoon tegen zich aan gewiegd, beschermd tegen de zon en de zoute bries. “Hij heeft ons hier geholpen,” zei James tegen iedereen die maar wilde luisteren, wijzend naar de plek waar ze de haai voor het eerst hadden gezien. Maria deelde hun verhaal van wanhoop en redding, in de hoop dat het iemands geheugen zou opfrissen.
Eindelijk, op de zevende dag, kregen ze een brief met de post. Het was een brief van de oude man, waarin hij hen bedankte voor de ongelooflijke ervaring die ze hadden gedeeld en waarin hij zijn eigen dankbaarheid uitsprak voor de rol die ze hadden gespeeld bij het redden van de haai. Hij deed er ook een sleutel van een kluisje bij en vertelde hen dat hij een cadeau voor hun kind had achtergelaten.