Hij nam een langzame slok en keek toen naar haar op, met een scherpe blik. “Het is voorbij, Natalie,” zei hij rustig maar vastberaden. Elk woord kwam aan als een klap. Tranen welden op in haar ogen terwijl ze naar de papieren staarde, haar vingers om de randen.
“Waarom?” mompelde ze, haar stem nauwelijks nog fluisterend. “Wat heb ik gedaan? Ik begrijp het niet.” John stond langzaam op, het geschraap van zijn stoel tegen de vloer klonk luider in de stilte van de kamer. Hij liep met afgemeten stappen naar haar toe, zijn gezicht beheerst, maar er was een onderstroom van iets kouder in zijn stem.