“Degene waarvan ik dacht dat je me bedroog? Hij is niet je minnaar.” Natalies lippen gingen open en haar handen trilden. “John, ik kan het uitleggen-” begon ze, maar hij kapte haar af met een gebaar. De tranen in haar ogen vloeiden nu vrijelijk, haar zorgvuldig opgebouwde façade brokkelde af.
“Hij is je advocaat,” zei John, zijn stem nu kouder. “En je bent van plan geweest om alles van me af te pakken. Mijn bedrijf, mijn rekeningen, zelfs dit huis. Je bent al maanden aan het plannen terwijl ik je blindelings vertrouwde – letterlijk.”