Zijn instinct schreeuwde dat er iets vreselijk mis was toen hij haar niet kon vinden. Terwijl hij moeite had om de paniek van zich af te schudden, overwoog hij zijn volgende stap. Toen, alsof hij zijn stille smeekbede beantwoordde, verscheen er een aapje dat iets stevig in zijn kleine handjes vasthield.
De aanblik trof Tom als een donderslag bij heldere hemel – daar, hulpeloos kronkelend, was Mimi, zijn dierbare kitten. Een golf van angst en vastberadenheid ging door hem heen. Zonder na te denken stortte Tom zich in het kreupelhout en rende met al zijn kracht achter de aap aan.