Mary had zich altijd afgevraagd waarom haar moeder haar had verlaten en waarom haar vader in de gevangenis belandde. Opgevoed door haar oom en tante samen met haar zus, werd haar verteld dat haar vader een goede man was die in ongelukkige omstandigheden terecht was gekomen, een verhaal dat ze als kind accepteerde.
Deze verklaring had ooit haar jeugdige nieuwsgierigheid bevredigd. Maar terwijl Mary door het leven ging – school, huwelijk, kinderen opvoeden – had ze deze vragen aan de kant geschoven. Nu ze met pensioen is, met minder afleiding, kon ze het niet laten om die lang begraven twijfels uit haar verleden weer op te rakelen.