Dave’s hart bonsde in zijn borst terwijl hij tegenover de streng kijkende agenten zat. Hij begreep niet waarom hij werd ondervraagd als een crimineel en zijn hoofd ging tekeer van verwarring en angst. Ze stelden hem een spervuur van vragen over de afvoer en de hond, hun toon beschuldigend en achterdochtig. Daves handpalmen werden klam en zijn mond werd droog terwijl hij worstelde om zichzelf uit te leggen, zijn hoofd duizelde van de implicaties van de situatie.
Ondanks dat hij zich verward en ten onrechte beschuldigd voelde, probeerde Dave de vragen van de autoriteiten zo goed mogelijk te beantwoorden. Zijn aandacht werd echter afgeleid door de plotselinge verschijning van een witte tent die bij de regenpijp werd opgezet. Zijn hart ging tekeer toen hij de situatie probeerde te begrijpen. Hij kon niet geloven dat wat er ook in die afvoer zat zo’n commotie had veroorzaakt.