Dave werd meegenomen naar een kleine, slecht verlichte kamer waar hij onmiddellijk werd bestookt met vragen van de agenten. Terwijl ze hem ondervroegen, kon hij merken dat ze hem verdachten en geloofden dat hij op de een of andere manier betrokken was bij de Duitse herder. De intensiteit van hun onderzoek gaf Dave het gevoel dat hij onder een microscoop lag en hij vroeg zich af welk bewijs ze tegen hem hadden.
Dave hield voet bij stuk en beweerde dat hij maar één hond had. Hij vertelde zijn versie van de gebeurtenissen in de hoop de agenten te overtuigen van zijn onschuld. Maar hun twijfel bleef, waardoor Dave zich gefrustreerd en machteloos voelde. Hij kon zich niet voorstellen waarom hij als verdachte werd behandeld terwijl hij niets had misdaan. Ondanks zijn pogingen om de situatie op te helderen, kon hij het gevoel niet van zich afschudden dat de dingen uit de hand liepen.