Zoë, met een bleek gezicht van wat er was gebeurd, koos ervoor om uit de buurt van Rex te blijven. De hond waarmee ze had ingestemd om voor te zorgen was nu iets waar ze bang voor was. Elke keer als Rex haar aankeek, voelde Zoe zich ongemakkelijk en vroeg ze zich af waarom hij zo abrupt veranderde en dit angstaanjagende wezen werd. Het enige probleem was dat Rex weigerde van haar zijde te wijken.
In plaats daarvan werd Rex heel aanhankelijk. Hij volgde Zoë overal en bleef altijd dicht bij haar. Rex wilde altijd bij Zoë zijn en liet zelfs zijn hoofd op haar buik rusten als hij naast haar op de bank zat. Zoë begreep niet waarom Rex ineens zo gehecht aan haar was. Ze wilde afstand houden, maar dat leek nu onmogelijk. Waarom was hij zo geobsedeerd door haar?