George was op zijn hoede. Hij gedroeg zich onoplettend, maar hield Zoë goed in de gaten. Niets van haar vreemde gedrag zou onopgemerkt blijven voor hem. Op een rustige ochtend, toen Zoë dacht dat hij sliep, zag hij haar uit bed sluipen. “Perfect,” mijmerde hij stilletjes, “ik kan haar ongemerkt schaduwen.”
Zijn argwaan werd nog groter toen Zoë naar beneden sloop en een zacht blaffende Rex de mond snoerde. “Er is zeker iets aan de hand,” concludeerde George. Snel kleedde hij zich aan en volgde haar.