Zoë liep de trap af met Rex achter haar aan en zag twee politieagenten vreemd naar haar kijken. De zenuwen begonnen te tintelen in haar maag en ze kon niet anders dan zich achterdochtig voelen. Ze draaide zich om naar George, met trillende stem: “Wat gebeurt er?”, “Gaat dit over die vreemde man aan de deur?”. Toen George antwoordde, overspoelde Zoë’s ongeloof haar. Wat haar man haar vertelde liet haar totaal verbijsterd achter, niet in staat om de schokkende openbaring te doorgronden. Dit kon toch niet waar zijn?
“Nee, Zoë,” antwoordde George, zijn stem ook trillend. Zijn handen trilden. “Ik heb de politie gebeld vanwege jou.” Schok en ongeloof overspoelden Zoë. “Wat?!”, riep ze uit.