De beer bewoog weer, dichterbij deze keer. Jacob balde zijn vuisten, elke spier in zijn lichaam gespannen van angst. Maar toen deed de beer iets wat Jacob niet had kunnen voorzien. Hij stopte vlak voor hem, zijn massieve poot reikte uit om zijn been aan te raken – voorzichtig, bijna aarzelend.
Jacobs adem stokte, verwarring vermengde zich met zijn angst. De aanraking van de beer was niet agressief, maar voorzichtig, bijna weloverwogen. Hij stond verstijfd, onzeker of hij terug moest deinzen of stil moest blijven staan. Bernie leek ook het vreemde van de situatie te voelen en bleef kalm maar waakzaam.