Dit onverwachte gebaar voelde als een stille boodschap die de soortgrens overschreed. De aanraking van de beer was zacht, alsof hij iets diepzinnigs met Jacob wilde delen zonder ook maar één woord te zeggen. Het zachte gedrag van de beer was in tegenspraak met de verhalen over wreedheid die Jacob had gehoord.
De beer draaide zijn hoofd zachtjes naar het bos en keek weer terug naar Jacob, alsof hij iets probeerde mee te delen. Jacob stond gefixeerd, niet in staat om de betekenis van dit gebaar te begrijpen. De beer liep een paar passen verder, stopte toen en draaide zijn kop om om hem weer aan te kijken.