Het leek bijna opzettelijk, alsof de beer hem uitnodigde om te volgen. Bij elke pauze wachtte hij geduldig, zijn blik strak en verwachtingsvol, alsof hij een onuitgesproken doel of pad in gedachten had waarvan hij hoopte dat hij het zou delen.
De ogen van de beer richtten zich op die van Jacob en zijn hart bonkte van angst. Hij stond oog in oog met een wezen dat binnen enkele seconden een einde aan zijn leven kon maken. Elk instinct schreeuwde naar hem om weg te rennen, om Bernie te grijpen en terug te vluchten naar de veiligheid van zijn huisje.