De beer zette een paar hinkende stappen en keek Jacob aan met een niet te negeren urgentie. Zijn bewegingen waren langzaam, weloverwogen en vol pijn. Jacob trotseerde elk greintje overlevingsinstinct en volgde. Zijn hartslag gonsde in zijn oren toen hij dieper het bos in liep.
Takken grepen in zijn kleren en de grond werd oneffen onder zijn laarzen. Het vervagende licht schilderde alles in grijstinten, de torenhoge bomen vormden een onheilspellend bladerdak erboven. De beer zette door, zijn moeizame tred en af en toe een pauze verraadden zijn uitputting.