Zijn hond rende plotseling het bos in – wat hij vervolgens aantrof deed zijn bloed koud stromen!

Ondanks het langzame tempo ging zijn geest tekeer. Hij stelde zich voor hoe Milo veilig op weg was om hulp te zoeken en een deel van hem verlangde ernaar om samen met de hond de diepere krochten van het bos in te vluchten. Maar met elke hinkende stap die de eland zette, zwol Wade’s empathie aan.

Hij bleef zich de trillende flank voorstellen, de wond die glinsterde van het verse bloed. Hij vroeg zich af of hij niet gewoon zijn eigen wanhoop – zijn angst voor Milo, voor zichzelf – op dit wilde dier projecteerde.