Hond blijft naar de muur staren – de buurvrouw is geschokt door de onthulde waarheid

De hond zat er al, zwijgend, zijn ogen op hem gericht met een blik die een rilling over zijn rug liet gaan. Hij blafte of gromde niet; hij keek gewoon naar hem, zijn ogen intens en verontrustend, alsof hij hem in de gaten hield en elke beweging die hij maakte beoordeelde.

Vanaf dat eerste bezoek kon Henry het ongemak niet van zich afschudden. Het huis zelf voelde bijna kwaadaardig, alsof het leefde en zich bewust was van zijn aanwezigheid. Elk kraken van de oude houten vloerplanken leek luider dan het zou moeten zijn, echoënd in de stilte.