Henry vroeg zich vaak af wat er zo verontrustend aan hem was. Hij wist niet dat deze nieuwsgierigheid hem al snel in het hart van Mr Carlton’s geheime wereld zou brengen en een verhaal zou ontrafelen dat veel complexer en aangrijpender was dan hij zich ooit had kunnen voorstellen.
Brutus was het enige wezen voor wie meneer Carlton enige warmte toonde. Buren zagen hem vaak zachtjes tegen de hond praten, een schril contrast met de norse manier waarop hij alle anderen behandelde. De hond, met zijn doordringende gele ogen, was net zo verontrustend als zijn baasje, altijd toekijkend, altijd stil, maar er was een onmiskenbare band tussen hen.