Jonathan vertraagde de drone en richtte de camera op een helder object dat half verscholen lag in het onkruid. Was het wat hij dacht dat het was? Er gingen alarmbellen af in zijn hoofd. Jonathan beet op zijn lip en tuurde dichterbij door de met regen bespikkelde lens.
De camera van de drone zoomde in en stelde scherp. Jonathan leunde voorover en tuurde naar de monitor. Hij manipuleerde de besturing en het camerabeeld werd naar beneden verschoven, waardoor een klein, feloranje object zichtbaar werd, genesteld in een wirwar van takken. “Wel verd…” Mompelde Jonathan.