Met een wanhopige zwaai trok hij de drone weer horizontaal. Zijn lichten flitsten onregelmatig terwijl hij tegen de donkere lucht zweefde. Jonathan haalde trillerig adem. Dat was te dichtbij. Maar hij kon nu niet opgeven. Het perfecte schot was daar nog ergens.
Terwijl hij door de camera keek, bekeek hij de kolkende zeeën. Torenhoge golven sloegen tegen de rotsen en spoten mist hoog de lucht in. Het was verraderlijk, maar adembenemend. Jonathan slikte hard. Misschien had hij niet alleen moeten komen. Twijfel bekroop hem toen de drone wankelde. Had hij zichzelf weer te vroeg in gevaar gebracht?