Hij zette de opsporingslocatie van zijn telefoon aan, sloeg zijn rugzak over zijn schouder en stapte de boomgrens in. Het bos slokte hem meteen op. Elke schaduw voelde als een bedreiging. Zijn hart bonsde hevig, elke stap voelde zwaarder dan de vorige. Hij wist niet zeker of hij dapper was of recht op het gevaar afliep.
Twijfel overschaduwde zijn dapperheid. Hij was een journalist, geen held. Wat als hij verdwaalde? Wat als hij de eland niet kon helpen? Erger nog, wat als degene die het kamp had opgezet er nog steeds was? Zijn handen trilden, maar vastberadenheid overwon de angst. Hij moest doorgaan.