Net toen hij hoopvol begon te vluchten, klonk er een luid gekrijs achter hem. “Ik moet mijn tas in de middelste stoel houden,” drong de blonde vrouw aan, met haar stem die boven het lawaai uitsteeg. “Het is mijn persoonlijke ruimte!” De passagier met wie ze ruzie had, keek verbijsterd en probeerde uit te leggen dat de stoel niet voor bagage bedoeld was.
Jason klemde zijn kaak op elkaar en voelde de frustratie in hem opborrelen. Deze vrouw leek vastbesloten om iedereen om haar heen het leven zuur te maken. Hij overwoog om in te grijpen, maar besloot het niet te doen. Hij wilde de situatie niet verder laten escaleren.