Veronica neuriede zachtjes het slaapliedje dat haar dochter altijd in slaap wiegde, haar stem laag en kalmerend terwijl ze de kleine kleertjes voorzichtig opvouwde. Met de bundel netjes opgestapeld in haar armen liep ze naar Esthers slaapkamer.
Net toen haar hand de deurknop raakte, verbrak een plotseling kletterend geluid de stilte vanuit de badkamer. Ze bevroor, haar hart sloeg een slag over. Veronica bewoog zich in de richting van de badkamer, haar stappen langzaam en weloverwogen. Ze wilde haar kleine meisje niet alarmeren, of misschien zichzelf.
Met een zacht gekraak duwde ze de deur net genoeg open om naar binnen te gluren. Ze verwachtte Esther water te zien spetteren. Maar wat ze in plaats daarvan zag, deed haar maag ineenkrimpen. Veronica’s adem stokte in haar keel en haar hart begon wild te bonzen. De aanblik voor Veronica’s ogen was het begin van de ontrafeling van een beangstigende waarheid.