Veronica stond verstijfd, de lucht om haar heen dik van de spanning. Er was geen onschuld in de manier waarop Esther met de tampons omging – het voelde precies, alsof ze meer wist dan zou moeten. Een rilling kroop over Veronica’s ruggengraat, haar diep verontrustend.
Op dat moment viel de illusie weg – dit was niet normaal, noch was het een verzinsel van haar verbeelding. Er was onmiskenbaar iets mis. Terwijl Veronica naar haar dochter staarde, die nog steeds rustig tampons uit de doos haalde, voelde het alsof de grond onder haar voeten verschoven was.