Tegen de tijd dat Cindy het hotel bereikte, stonden haar ouders haar met bezorgde blikken op te wachten. Ze had haar spullen de hele dag rustig verplaatst, vastbesloten om Peter niet het genoegen te geven haar te zien inpakken. Nu, toen ze de bescheiden hotelkamer binnenstapte, kon ze eindelijk uitademen.
De aanwezigheid van haar ouders was een balsem voor haar gekwetste hart. Ze stelden geen vragen, omdat ze merkten dat ze nog niet klaar was om te praten. Cindy legde het doosje met de halsketting op het nachtkastje, de opzichtige aanwezigheid bespotte haar zelfs nu nog. Ze staarde ernaar, haar emoties waren een mengeling van woede, verdriet en opluchting.