Op een avond, toen Cindy aan haar bureau zat, omringd door dossiers en notities, ging haar telefoon. Ze nam zonder aarzelen op. “Geniet je van je nieuwe flatje?” Peters stem straalde sarcasme uit. Cindy kon de grijns in zijn toon bijna horen, ze stelde zich voor hoe hij in zijn grote herenhuis zat te genieten van zijn valse overwinning.
Cindy glimlachte onbewogen in zichzelf. “Ik ben heel blij,” antwoordde ze, haar stem helder en scherp, elk woord een subtiele por. Peter, zich niet bewust van haar kalme kracht, grinnikte afwijzend. “Nou, goed van je,” zei hij, duidelijk verwachtend dat ze zou bezwijken onder het gewicht van zijn spot.