De scheuren in hun relatie werden groter. Cindy voelde zichzelf steeds verder in de schaduw verdwijnen, haar stem werd overstemd door Peters onophoudelijke behoefte aan bevestiging. Elke ruzie eindigde op dezelfde manier: Peter liep weg, afwijzend en ongeïnteresseerd, terwijl Cindy alleen zat en zich afvroeg waarom ze bleef.
Cindy besefte de waarheid op een pijnlijk moment. Ze had zielsveel van Peter gehouden, maar hij had haar nooit echt gezien. Hij hield van haar als een symbool, niet als een persoon. En terwijl ze in het koude licht van hun herenhuis zat, voelde het leven dat ze samen hadden opgebouwd meer als een gevangenis dan als een thuis.