Winston was altijd een fervent duiker geweest, die troost vond onder de golven. De oceaan was zijn tweede thuis, een plek waar hij zich het meest levend voelde. Een jaar geleden was hij op een duiktrip gegaan om een afgelegen rif te verkennen, waar hij wekenlang vol spanning over had gesproken. Maar hij keerde nooit terug. De autoriteiten speculeerden dat een plotselinge onderwaterstroom hem de diepte in had getrokken en ondanks dagen zoeken werd zijn lichaam nooit gevonden.
Zijn verlies maakte Natalie kapot op een manier die ze zich nooit had kunnen voorstellen. De onzekerheid over zijn lot achtervolgde haar – het niet weten, de afwezigheid van afsluiting. Ze klampte zich vast aan de hoop dat hij gevonden zou worden als ze nog iets langer zouden zoeken. Ze vocht met hand en tand om de zoektocht voort te zetten, zette de autoriteiten onder druk, huurde privéduikers in en weigerde te accepteren dat hij echt weg was.