Er stak een sneeuwstorm op en de zee barstte plotseling uit in een razernij van gierende wind en dwarrelende sneeuw. De storm sloeg toe met een kracht die Tanner niet had verwacht. Binnen enkele seconden verdween de wereld om hem heen, verteerd door een verblindende witte woede.
Een golf van angst greep Tanner aan toen de gedachte bij hem opkwam: wat als de moeder van het welp in de buurt was, verborgen in de verblindende sneeuw? Ze kon elk moment door de storm stormen en denken dat hij het jong iets aandeed. Het idee deed een koude rilling over zijn rug lopen.