Tanner kneep zijn ogen dicht en dwong zichzelf langzaam en diep adem te halen. Hij kon het zich niet veroorloven om in paniek te raken, niet nu. Zijn geest begon helder te worden en één gedachte drong zich op: hij moest de boot vinden!
Het was zijn enige kans om te overleven. Als hij was weggedreven in de storm, was hij misschien – heel misschien – nog steeds in de buurt, ergens verborgen langs de rand van de ijsberg. Met hernieuwde vastberadenheid paste Tanner zijn greep op de welp aan en begon te bewegen.